Het erfgoed van Epicurus
Het meest interessante aspect van je morele filosofie van geluk zonder lijden is de bekendheid ervan. In een groot aantal van je opmerkingen bespeur ik een onderliggende genotzucht. Ik geloof niet dat jij het eens zou zijn met de Cyrénaïsten, die boven alles op zoek waren naar persoonlijk genot, en sensueel genot in het bijzonder. Zij geloofden dat er geen voordeel behaald kon worden uit logische of mentale studies. De enige kenbare realiteit in het Cyrénaïsme werd empirisch via de vijf zintuigen herkend. De Romeinse keizers Tiberius en Caligula streefden heel extreem naar deze realiteit. De Epicuristen waren nog steeds op zoek naar genot, maar zij erkenden dat een onbeheerste jacht op genot later in het leven vaak tot een lager genot leidde. Hun doel was daarom om genot met mate na te streven. Zij herkenden ook dat genot kon worden verkregen door kennis te vergaren, een genotsvorm die door de Cyrénaïsten werd afgewezen.
Als tiener las Epicurus vaak de werken van Democritus, een pre-Socratische filosoof en wetenschapper die samen met Leucippus een natuurtheorie opstelde die opmerkelijke overeenkomsten vertoont met de wetenschap van de vroege twintigste eeuw. In de 3e en 4e eeuw voor Christus beschreven Democritus en Leucippus de natuur als een samenstel van atomen, de kleinste onverdeelbare eenheid van materie. Zij dachten dat de hele natuur was opgebouwd uit atomen en lege ruimte. Omdat deze fundamentele natuurlijke componenten eeuwig bestonden, bestond er geen noodzaak om het idee van een God hierin op te nemen. Democritus was een strikt materialist, wiens filosofie voortkwam uit zijn wetenschappelijke theorieën en parallel loopt aan de filosofische ideeën van de meeste wetenschappers in onze tijd. Democritus ontwikkelde een bijzonder elegante verzameling regels voor het menselijk gedrag, waarin hij aanzette tot gematigdheid in alle dingen en de ontwikkeling van de cultuur zag als de zekerste weg om het meest wenselijke doel van het leven te bereiken, namelijk blijmoedigheid.80 “Epicurus dacht dat hij de mens van de vrees voor God en de vrees voor de dood had bevrijd”81. Omdat de dood slechts het einde van het natuurlijke bestaan voorstelde en de atomen waaruit mensen bestonden niet meer functioneerden, kon er na de dood geen pijn en lijden bestaan. Wat jij tegenwoordig probeert te bereiken door een eind te maken aan het geloof, werd meer dan 2300 jaar geleden al door Epicurus geprobeerd!
Natuurlijk zouden we tegenwoordig in een volledig seculiere maatschappij leven, als Epicurus in zijn tijd het geloof volledig had weten uit te roeien. Het mag duidelijk zijn dat het geloof heeft voortbestaan. Binnen de invloedssfeer van Epicurus werd vrijelijk een atheïstische filosofie ontwikkeld. Zijn morele nadruk "concentreerde zich op het individu en zijn onmiddellijke verlangens naar lichamelijk en mentaal genot in plaats van abstracte principes, correct gedrag of het overdenken van Gods geboden”82. Individueel geluk werd het leidende principe van de menselijke moraliteit. Epicurus herkende dat we allemaal een duidelijk besef hebben van het verschil tussen pijn en genot, en dat wij allen plezier veel wenselijker vinden. Daarom concentreerde de filosofie van Epicurus zich op het vermijden van pijn en het verwerven van genot. In tegenstelling tot de Cyrénaïsten herkende Epicurus dat een leven vol genot niet zou voortkomen uit dronken gefeest en de losbandige bevrediging van begeerten. Hij koos voor een gematigder houding die een overmatig zot gedrag vermeed. Maar toch leefden de Epicuristen, net als de Cyrénaïsten, uiteindelijk als hedonisten met een morele filosofie van zelfingenomenheid. Ze gingen zorg voor de behoeften van de armen en maatschappelijke problemen uit de weg, tenzij hun persoonlijke individuele geluk er toevallig door werd verhinderd. “De enige functie van de burgerlijke samenleving die Epicurus zou erkennen was het afschrikken van die mensen die andere individuen pijn zouden kunnen toebrengen”83. Het is mogelijk dat de vergelijking tussen jouw moraliteit en het Epicurisme tekortschiet, als jij werkelijk om het welzijn van anderen geeft, zelfs het welzijn van mensen die je niet persoonlijk kent. Maar toch is deze vergelijking geldig, omdat jij net als Epicurus geen grond hebt voor een rationele aandrang tot een dergelijke zorg voor anderen.
Het erfgoed van Epicurus – Persoonlijk geluk bereiken
Misschien geef jij wel de voorkeur aan het utilitarisme van John Stuart Mill of Peter Singer. Op basis van Singers filosofie kun je nooit persoonlijk geluk bereiken, tenzij je iets hebt om gelukkig over te zijn. Een verlangen om het persoonlijk geluk van anderen te vergroten, zou dan een van je richtpunten moeten zijn. Helaas leidt deze filosofie tot de aanname van het idee van een groter goed. Een dergelijk utilitarisme zou kunnen beweren dat meer mensen in de samenleving profijt hebben gehad van de slavernij in het koloniale Amerika dan er mensen door geschaad werden, en dat het dus een goede zaak was. Dit zou vooral voor de slavenhandelaar waar zijn geweest. Omdat er geen manier was om de mate van genot te kwantificeren dat de algemene bevolking door de slavernij genoot, noch om het ongenoegen onder de slaven te kwantificeren, kwam de bepaling van het grotere goed neer op het individuele persoonlijke geluk. Als je een utilitaristische slaaf zou vragen om de situatie te beoordelen, dan zou zijn reactie zeer verschillend zijn van de reactie van de slavenhandelaar.
In het laatste hoofdstuk van "The End of Faith" wijs je op je aarzeling om het Boeddhisme te bekritiseren. Je je betuigt je sympathie voor het Oosterse denken. Ik durf te beweren dat jij je niet tot het Boeddhisme aangetrokken voelt omdat het rationeel zou zijn, maar omdat het de dingen benadrukt die jij persoonlijk al verlangt, zoals vrede, liefde, vrijheid van lijden en, vooral, het ontbreken van God. Maar fundamenteel voor de Boeddhistische filosofie is het idee dat wij allen anātman zijn: volledig zonder "zelf", zonder ziel. Dit zal wel aantrekkelijk voor je zijn, in het licht van je neiging naar het reductieve fysicalisme. Maar hoe verenig je de Boeddhistische kijk op de "4 nobele waarheden" met de rationele Westerse gedachte? Laat mij deze "4 nobele waarheden" samenvatten:
Ik zal in deze uiteenzetting niet dieper op het "achtvoudig pad" ingaan, maar impliciet vinden we hierin een noodzakelijk verlangen om naar een bevrijding van verlangens. Niet alleen is dit op zich al onsamenhangend, maar ook volledig in strijd met jouw verlangen om "van God los" te zijn.
Uiteindelijk heb ik geen compacte verklaring van je filosofische geloof kunnen vinden. In "Van God los" stelde je dat “het concept van een morele gemeenschap veel paradoxen van het menselijke gedrag oplost"84. Toch ga je als volgt verder: "Ik heb geen gedetailleerd antwoord op de vraag wat de criteria zijn voor de opname in onze morele gemeenschap"85. Vervolgens bespreek je de kern van je probleem en onze verschillen. Je stelt dat we niet gewoon alle mensen kunnen categoriseren als lid van onze morele gemeenschap en alle dieren uitsluiten van onze morele gemeenschap. Je wijdt hierover uit met de volgende stelling: "De meesten van ons vermoeden dat konijnen niet in staat zijn om geluk of lijden op een menselijke schaal te ervaren. Ik moet toegeven dat we het op dit gebied mis kunnen hebben. En als ooit zal blijken dat we de subjectiviteit van konijnen hebben onderschat, dan zal onze ethische houding ten opzichte van konijnen ongetwijfeld veranderen”86. Wetenschappelijk gesproken hebben bijna alle dieren pijnreceptoren die hen motiveren om pijnlijke omstandigheden uit de weg te gaan. Schrikdraad zou paarden of vee nauwelijks binnen kunnen houden als zij dit niet als een afschrikmiddel zagen. Omdat jij geen manier kunt zien om het geluk van dieren te bepalen, ook al voelen zij pijn, zouden we hen op basis van jouw criteria niet in onze gemeenschap kunnen indelen.
Hoe zou het besef van een morele gemeenschap, die zou bestaan uit de groep die een bijzonder menselijke behandeling verdient, zo veel paradoxen kunnen oplossen, als jij de criteria voor opname in deze gemeenschap niet duidelijk kunt definiëren? De mensheid is op basis van zijn "imago dei" de enige morele gemeenschap die je kunt nastreven en de herkenning van de heiligheid van het menselijke leven, ongeacht subjectiviteit, staat bij Christenen in het allerhoogste aanzien. De mensheid omvat mensen in de vroegste fasen van hun ontwikkeling, maar ook mensen die op een tragische manier hebben geleden, zoals Terri Schiavo en Christopher Reeve.
Kun je nu inzien waarom ik eerder de Cyrénaïsten noemde? Jij denkt bij een morele gemeenschap aan elk wezen dat nu geluk, pijn of lijden kan ervaren. Ondanks het feit dat een geaborteerde foetus een heel leven van potentieel geluk op een menselijke schaal wordt onthouden, sluit jij hen uit als lid van de morele gemeenschap omdat zij nu niet in staat zijn om te lijden. Als een natuurlijke selectie zonder God ons tot onze huidige toestand zou hebben gebracht, dan kunnen we ons uiteindelijk tot niemand anders dan onszelf wenden voor de criteria voor opname in deze gemeenschap. Maar de aanvaarding van de God-hypothese betekent dat de morele gemeenschap voor de Christen reeds is vastgesteld.
Copyright © 2002-2021 AllAboutWorldview.org, Alle rechten voorbehouden