Islamitische theologie – Inleiding
In de Islamitische theologie is de volgende uitspraak kern van de Islamitische geloofsbelijdenis: “La ilaha illa Allah, Muhammadu Rasool Allah.” [(Er) is geen godheid (dan) alleen God en Mohammed is de gezant van God.]
Er zijn verschillende bronnen voor de bestudering van de Islam. De belangrijkste bron is de Koran zelf. De Koran (van het werkwoord "qara’a", “lezen” of “reciteren”) is het belangrijkste heilige boek van de Islam. Moslims geloven dat de Koran het letterlijke woord van God (Allah in het Arabisch) is. De Koran is het hoogtepunt van Gods openbaring aan de mens en werd geopenbaard aan Mohammed, de laatste profeet van de mensheid. Deze openbaring werd gedurende een periode van drieëntwintig jaar via de engel Djibril aan Mohammed overgebracht. In dit artikel maken wij vooral gebruik van de vertaling van de Koran die gevonden kan worden op KoranOnline.nl.
Op de tweede plaats, na de Koran, komen de Hadith. De Hadith zijn overleveringen van de leer, de beslissingen en de handelingen van Mohammed, zoals beschreven door zijn vroege volgelingen. Moslims geloven dat de Hadith door God zijn ingegeven en daarom gehoorzaamd moeten worden. In tegenstelling tot de Koran zijn de Hadith afkomstig uit een verscheidenheid aan bronnen en uit verschillende vertolkingen. Het is niet uitzonderlijk dat er een variëteit bestaat aan bepaalde zegswijzen of vertellingen van Mohammeds handelingen. Verschillende moslimgroeperingen hanteren verschillende verzamelingen of leggen de nadruk op verschillende handelingen of gezegden in de Hadith.
Naast de Koran en de Hadith zullen we ook een blik werpen op werken van experts op het gebied van de Islam, zowel moslims als niet-moslims, en werken die vaak door Islamitische organisaties worden aanbevolen. Het doel van deze presentatie van de Islam is een eerlijke voorstelling van de centrale kenmerken van dit wereldbeeld en de diversiteit die onder moslims wordt aangetroffen.
Islamitische theologie – Centrale leerstellingen
Er bestaan verschillende centrale leerstellingen in de Islamitische theologie. Op de eerste plaats geloven moslims in een unitaristisch theïsme. Zij verwerpen de Christelijke doctrine van de Drie-eenheid en ontkennen de Godheid van Jezus Christus. De ene onvergeeflijke zonde is de "Shirk" (of "Sjirk"): het toekennen van deelgenoten aan God (d.w.z. polytheïsme). God wordt gezien als de oppermachtige heerser over mensen en over de geschiedenis, wat geleid heeft tot een discussie over het verband tussen Gods almacht en de menselijke verantwoordelijkheid, die veel lijkt op dezelfde discussie onder Christenen.
Moslims erkennen ook het bestaan van engelen en "djinns". Deze djinns zijn kwaadaardige geesten die uit vuur zijn gemaakt. De engelen bestaan in een hiërarchie, met Gabriël aan de top. Sommigen geloven dat elk mens verzorgt wordt door twee engelen, waarvan de ene de goede daden van de mens bijhoudt en de andere de slechte daden.
De Koran onderwijst dat God profeten naar elk volk onder de zon heeft gestuurd. De laatste profeet is Mohammed. En al heeft God bijzondere boeken gegeven aan Mozes, David, Jezus en Mohammed, is alleen het boek dat aan Mohammed werd gegeven, de Koran, zonder fouten behouden. De Koran is daarom de schrifttekst met het hoogste gezag.
De laatste centrale leer van de Islam is de dag van het oordeel, een dag waarop de daden van elk mens, goed en slecht, zullen worden gewogen. Alleen als de goede daden van een mens zwaarder zwaarder wegen dan zijn slechte daden kan hij mogelijk het Paradijs binnentreden en aan de hel ontkomen.
Islamitische theologie – De praktijk
Gebaseerd op de centrale leerstellingen van de Islam (wat “onderwerping” betekent) wordt van een vrome moslim (“iemand die zich onderwerpt”) verwacht dat hij de volgende vijf (of zes) zuilen van deze godsdienst onderhoudt:
Islamitische theologie – Islam en andere godsdiensten
Omdat Mohammed de laatste profeet was en omdat de Koran Gods laatste openbaring is, moeten moslims alle nieuwe goddelijke openbaringen of door God geïnspireerde profeten afwijzen. Zij staan daarom zeer kritisch tegenover groeperingen die zich hebben afgescheiden van de pure Islamitische theologie, zoals de Bahai,2 de Ahmadiyya3 en de Amerikaanse “Nation of Islam” (ook wel “de zwarte moslims” genoemd),4 die stellen dat er nog een profetische voortgang plaatsvond na Mohammed.
Al was er een tijd waarin moslims volgelingen van andere monotheïstische godsdiensten (zoals Joden en Christenen) omarmden, kwam hieraan een einde na de voltooiing van het werk van Mohammed en de volledige openbaring van de Koran. Nu worden alleen moslims door God aanvaard: “En wie een andere godsdienst zoekt dan de Islam [onderwerping aan God], het zal van hem niet worden aanvaard en hij zal in het Hiernamaals onder de verliezers [van al het geestelijk goed] zijn” (3:85).5
Islamitische theologie – Conclusie
In plaats van te ontkennen dat het Oude Testament het Woord van God is, bevestigen Christenen – in schril contrast met de moslimkritiek van de Bijbel – dat het Oude Testament het door God ingegeven Woord is en nuttig is “om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven” (2 Timoteüs 3:16–17). De verhouding tussen Islam en Christendom is niet hetzelfde als de verhouding tussen Christendom en het Oude Testament. We kunnen de waarheid van Gods Woord aan moslims tonen door hen te laten zien dat het Nieuwe Testament zich beroept op, afhankelijk is van en zich verder ontwikkelt uit het Oude Testament; we kunnen hen laten zien hoeveel respect wij hebben voor de hele Bijbel – zowel het Oude als het Nieuwe Testament.
Copyright © 2002-2021 AllAboutWorldview.org, Alle rechten voorbehouden