Jongerencultuur - De schepping van de tiener
"Er was ooit een tijd waarin er, letterlijk, geen tieners waren." Deze uitspraak van Diana West in "The Death of the Grown-Up: How America's Arrested Development Threatens Western Civilization"1 zal ongetwijfeld belachelijk overkomen in de ogen van duizenden jeugdpastors, gezinstherapeuten en reclamegoeroes wier inkomen afhankelijk is van het vermaken, het adviseren van en het verkopen aan tieners.
Desondanks beweert West dat "de jongere" niet altijd heeft bestaan. Het is zelfs een vrij recent fenomeen. Het woord "tiener" werd vóór 1941 niet gebruikt. In vrijwel elke andere cultuur in de wereldgeschiedenis vóór het einde van de 20e eeuw werden kinderen gewoon volwassenen. Maar dat is veranderd. Ze worden nu tieners, of in sociologisch acceptabelere bewoordingen: adolescenten (jongeren).
Wat leidde tot deze nieuwe fase in de menselijke ontwikkeling? De seksuele revolutie en de politieke omwentelingen van de jaren '60 zijn natuurlijk de grootste verdachten. Maar West wijst daarnaast op een aantal andere omstandigheden, waarvan enkele al vóór de jaren '60 plaatsvonden: een generatie van vaders zonder enige binding, die probeerden hun ervaringen in de Tweede Wereldoorlog probeerden te verwerken, fabrieken die ooit noodzakelijke producten voor de oorlog produceerden en die nu niet-noodzakelijke consumptiegoederen begonnen te produceren, nieuwe marketingtechnieken die deze dingen probeerden te verkopen aan mensen die niet eens wisten dat zij die nodig hadden, Chubby Checkers "Twist", de heupen van Elvis, het haar van de Beatles, een auto (en vaak meer dan één) voor elk huishouden, de opkomst van Hollywood en het besef van de reclamebonzen dat zij enorm rijk konden worden dankzij deze splinternieuwe bevolkingslaag.
Tegenwoordig wordt de adolescentie, of jongerentijd, natuurlijk als een gefixeerde fase van de ontwikkeling gezien. We verwachten dat leerlingen in de leeftijdsgroep van 13 tot 18 door het dolle zullen gaan. "Ach, zo zijn de kinderen", zeggen we dan. Maar we hebben het helemaal niet meer over kinderen. We hebben het over 15-jarigen. In andere culturen begonnen "tieners" op die leeftijd te trouwen, op het land te werken, oorlog te voeren, boeken te schrijven, en in een enkel geval... de Messias te dragen.
Jongerencultuur - De jongerentijd als hoogtepunt
Een van de complicaties van de jongerentijd is dat deze gefixeerde fase van de ontwikkeling helemaal niet zo gefixeerd is. De invloed hiervan heeft zich sterk uitgebreid tot zowel mensen die jonger als ouder dan tieners zijn. Aan de ene kant hebben we de "pre-tieners". De marketingjongens hadden al snel in de gaten dat deze pre-tieners een enorm marketingpotentieel hebben. Aan de andere kant zien we dat de leeftijdsgrens van 18 jaar niet meer als het einde, maar als het middelpunt van de jongerentijd wordt gezien. De "National Academy of Sciences" definieert de jongerentijd nu als de fase die begint bij de aanvang van de puberteit (rond 11 of 12 jaar) en duurt tot het dertigste levensjaar.
Maar dat is nog niet alles. Het bereik van de adolescentie is nog veel groter. De jongerentijd is, en dat moeten we echt goed begrijpen, het doel van onze cultuur geworden. Op een bepaald punt in de geschiedenis is onze cultuur veranderd van een cultuur waarin kinderen naar volwassenheid streven in een cultuur waarin volwassenen er naar streven om kinderen te worden.
Jongerencultuur - De kenmerken van de jongerencultuur
Wat zijn de kenmerken van een cultuur waarin de jongerenmentaliteit dominant aanwezig is? Het zal niet verrassend zijn dat dit juist de dingen zijn die we ondertussen van de jongeren zelf kunnen verwachten.
Jongerencultuur - De mogelijkheden
Maar toch is er ook goed nieuws. Culturen als de onze hebben een vacuüm op het gebied van leiderschap. Daarom bestaan er in een dergelijke cultuur enorme mogelijkheden voor de mensen die leiders voortbrengen om hun invloed uit te oefenen, vooral als zij leiders voortbrengen die verder denken dan de huidige culturele oppervlakkigheid.
Hoe kunnen we dit doen? Ik stel voor dat wij ons op de studenten en scholieren zelf richten, van de studenten die het meest vatbaar zijn voor de jongerenmentaliteit tot de studenten die er helemaal niets van moeten hebben.
Op de eerste plaats moeten we studenten uitdagen in plaats van hen in de watten te leggen. We leggen de lat echt te laag voor onze tieners. Studenten hebben helemaal geen behoefte aan nog meer entertainment, ongeacht of het nu gaat om de televisie, de tablet, de game console of de jeugdgroep. Zij hebben behoefte aan uitdagingen en die moeten wij hen geven. We zien dit elk jaar op onze "Summit" conferenties voor studentenleiders. Tijdens deze bijeenkomsten van Summit volgen de studenten meer dan 70 uur lezingen en lessen over levensbeschouwingen, apologetiek, cultuur en karakter, en ze vinden het geweldig. Zij bloeien helemaal op wanneer zij zich realiseren dat hun geloof niet onnozel of oppervlakkig hoeft te zijn.
Op de tweede plaats hebben studenten behoefte aan een degelijk onderwijs op het gebied van levensbeschouwingen en apologetiek. Dit soort onderwijs heeft drie componenten. De eerste component is dat studenten moeten weten wat ze zelf geloven. Te veel jongeren denken dat het Christendom slechts een persoonlijk geloof is in plaats van een robuuste kijk op de realiteit die ons een beproefde en werkelijke wegenkaart voor het leven geeft. Het Christendom is geen narcistisch zelfhulpprogramma, maar de waarheid over de werkelijkheid als geheel. De tweede component is dat studenten moeten weten wat anderen geloven. Onbijbelse levensbeschouwingen voeren een strijd om hun harten en hun gedachten, maar ook om onze cultuur. Een geïsoleerd geloof is een onvolwassen geloof en vaak een angstig geloof. De derde component is dat Christenen moeten weten waarom zij geloven wat zij geloven. Veel te veel Christenen kunnen uitdagende vragen over God, Jezus, de Bijbel, moraliteit en waarheid niet beantwoorden of zijn bang om ze te beantwoorden. Wanneer zij leren dat hun geloof verdedigd kan worden, krijgen zij ook een verlangen om dat te doen.
Op de derde plaats moeten studenten weten dat het Christendom niet alleen gaat om de dingen waar wij "tegen" zijn, maar ook over de dingen waar wij "vóór" zijn. De Bijbelse spreuken zeggen ons dat de mensen zonder visie "tot bandeloosheid vervallen". Een van de hoofdredenen waarom studenten het slachtoffer van immoraliteit worden is omdat zij geen visie hebben. Ze weten misschien wat ze niet zouden moeten doen, maar hebben geen benul van de zin, de betekenis en de doelgerichtheid die wordt geboden wanneer zij Christus volgen. Christelijke studenten hebben vaak de indruk dat we slechts ergens "van" gered zijn, maar niet dat we ook "ergens naartoe" gered zijn. Ze missen het "ver" gedeelte in die woorden die onze verlossing in de Schrift zo rijkelijk beschrijven: vernieuwen, veranderen, verzoenen, verlossen, enzovoorts. Ze missen de waarheid dat Christus niet alleen is gekomen om ons van de dood te redden, maar ook om ons naar een nieuw leven toe te leiden: een overvloedig leven!
Tenslotte moeten we studenten in aanraking brengen met, en niet isoleren van, de grote culturele oorlogen die in onze tijd woeden. Historisch gezien hebben Christenen er altijd al naar gestreefd om op culturele crises te reageren. Zij begrepen dat deze crises het slagveld van concurrerende levensbeschouwingen waren.
Jongerencultuur - De uitdaging
Helaas hebben veel Christenen tegenwoordig geen flauw idee over embryo-vernietigend onderzoek, euthanasie, nieuwe technologieën, kunst, film, mode, wetgeving, mensensmokkel, politiek en internationale relaties, of ze staan er apathisch tegenover of gaan deze zaken zelfs uit de weg. Christus bad de volgende verbazingwekkende woorden voor Zijn volgelingen, in de hof van Getsemane op de avond voor Zijn dood: "Ik vraag niet of u hen uit de wereld weg wilt nemen, maar of u hen wilt beschermen tegen de duivel" (Johannes 17:15). Onze gebeden voor en onze voorbereiding van onze studenten zou niet anders hoeven zijn.
De Kerk zou, in haar benadering van scholieren en studenten, de jongerentijd nooit als een normaal verschijnsel moeten omarmen. Men zegt vaak: "We moeten hen ontmoeten waar zij zich nu bevinden", maar dat is geen excuus om hen daar ook langdurig te laten verblijven. Studenten zijn ontworpen met het vermogen, en dus ook de roeping, om diep en breed na te denken over hun geloof en hun cultuur. Zij zijn ook ontworpen en geroepen om op te komen voor het Evangelie door het kwaad, onrecht en leugens te bestrijden. Door een beroep te doen op Gods ontwerp voor de mensheid in plaats van dit culturele hersenspinsel dat wij "adolescentie" noemen, kunnen wij onze bedieningen voor scholieren en studenten weer relevanter maken dan de cultuur zelf.
Copyright © 2002-2021 AllAboutWorldview.org, Alle rechten voorbehouden