Marxistische filosofie – Inleiding
Frederick Engels bezorgt ons de kern van de Marxistische filosofie: “De werkelijke eenheid van de wereld bestaat uit haar materiële aard, en dit wordt bewezen... door een lange en uitgestrekte ontwikkeling van de filosofie en de natuurwetenschappen... Maar als de... vraag wordt gesteld: wat zijn dan gedachten en bewustzijn, en waar komen deze vandaan, dan wordt het duidelijk dat deze het product zijn van de menselijke hersenen en dat de mens zelf een product is van de natuur, die in en samen met zijn omgeving is ontwikkeld.”1
De filosofie van het dialektisch materialisme is de Marxistisch-Leninistische benadering om de wereld te kunnen begrijpen en veranderen. Een groot aantal eigenschappen die wij Christenen aan God toekennen – eeuwigheid, oneindigheid, ongeschapenheid, onverwoestbaarheid, de Wetgever, Het Leven en het verstand – worden door Marxisten-Leninisten toegekend aan dialektische materie. De Marxistische filosofie stelt dat materie de hoogste werkelijkheid is, niet God. Het is dus een goddeloze filosofie.
Karl Marx schreef in een brief aan Frederick Engels, “Zo lang als wij feitelijk blijven observeren en nadenken, kunnen wij onmogelijk aan het materialisme ontsnappen.”2 Engels verklaarde zijn epistemologie door te schrijven: “De materialistische kijk op de wereld is eenvoudigweg de voorstelling van de natuur zoals deze is.”3
Marxistische filosofie – Materialisme
De Marxistische filosofie stelt dat de materie die wij in de natuur zien alles is wat er bestaat. Deze materialistische interpretatie is een essentieel ingrediënt van de Marxistische gedachte.
Lenin schreef: “Materie is de primaire natuur. Gevoelens, gedachten, bewustzijn zijn de hoogste producten van materie die op een bepaalde manier georganiseerd is. Dit is de doctrine van het materialisme in het algemeen en van Marx en Engels in het bijzonder.”4 Lenin beweerde verder dat materie een filosofische categorie is die duidt op de objectieve realiteit – mensen, planten, dieren, sterren, enzovoorts. “Materie is de objectieve realiteit die ons in onze gewaarwording is gegeven.”5
Wanneer Lenin zegt dat materie primair is, dan bedoelt hij dat materie eeuwig en ongeschapen is, dat leven miljarden jaren geleden spontaan voortkwam uit niet-levende, niet-bewuste materie, en dat verstand, gedachten en bewustzijn hier uiteindelijk uit evolueerden.
Marxistische filosofie – Epistemologie
Op het gebied van de Marxistische filosofie speelt de wetenschap een cruciale rol in de Marxistische epistemologie (kennistheorie). Volgens Lenin: “Het fundamentele kenmerk van het materialisme komt voort uit de objectiviteit van de wetenschap, uit de erkenning van de objectieve realiteit, zoals weerspiegeld door de wetenschap.”6 De Marxistische epistemologie plaatst, net als die van de seculier humanisten, zijn vertrouwen op de waarheid van de wetenschap en ontkent alle religieuze aanspraken op de waarheid. Een geloof in de wetenschap als de onfeilbare bron van alle kennis volgt logischerwijs uit de Marxistische overtuigingen over de werkelijkheid. Lenin zegt: “Perceptie geeft ons correcte indrukkingen van dingen. We kunnen objecten rechtstreeks kennen.”7 De objecten waar Lening het over heeft zijn puur materieel: “Materie is... de objectieve realiteit die de mens in zijn gewaarwording is gegeven; een realiteit die gekopieerd, gefotografeerd en weerspiegeld wordt door onze gewaarwordingen.”8
In contrast hiermee heeft het bovennatuurlijke geen objectieve, materiële werkelijkheid. Volgens het Marxisme hebben we dus geen mogelijkheid om deze waar te nemen of er kennis over te verwerven. Marxisten ontkennen daarom het bovennatuurlijke. Zij maken een onderscheid tussen kennis van de materiële wereld en wat zij een “waar geloof” noemen. Zo proberen zij ruimte te laten voor wetenschappelijke speculaties zonder speculaties over God toe te laten. “Wat wij kennis noemen moet ook onderscheiden worden van 'waar geloof'. Ik geloof bijvoorbeeld dat er leven op Mars is. Het geloof dat er leven op Mars is, is een 'waar geloof'. Maar tegelijkertijd weten we, op dit moment, helemaal niets met zekerheid over dit onderwerp. Sommige dingen die we geloven kunnen waar zijn, en anderen onwaar, maar we kunnen pas weten welke waar zijn en welke onwaar als we een zeker systematische onderzoek ondernemen... Want niets kan als 'waarheid' beschouwd worden, tenzij het naar behoren beproefd is.”9
Daarom stelt de Marxistische epistemologie dat we een geloof in het bovennatuurlijke nooit als een “waar geloof” kunnen beschouwen, omdat we dat nooit wetenschappelijk of empirisch kunnen beproeven. We kunnen alleen onze speculaties over de materiële wereld als een waar geloof zien, omdat deze aan een systematisch onderzoek onderworpen kunnen worden. Kennis kan dus alleen op de materiële wereld toegepast worden.
Marxisten geloven dat de praktijk – het beproeven van kennis door de geschiedenis heen – ook een waardevol hulpmiddel is om kennis te verwerven. We kunnen kennis beproeven door deze toe te passen op onze levens en onze samenleving. Deze toepassing zal dan uiteindelijk de waarheid of onwaarheid ervan bepalen. Door de geschiedenis te beschouwen kunnen we vaststellen welke overtuigingen waar zijn en welke niet.
De Marxistische epistemologie is onlosmakelijk verbonden met de Marxistische dialektiek. Sterker nog, het is bijna onmogelijk om het Marxistische materialisme los te koppelen van de Marxistische dialektiek en epistemologie. Dit is grotendeels waar omdat Marxisten beweren dat de dialektiek in hun filosofie opereert in de plaats van de metafysica.
Marxistische filosofie – Conclusie
Dialektisch materialisme, de filosofie van het Marxisme, bevat een kennistheorie (epistemologie), een kosmologie, een ontologie en een antwoord op het verstand/lichaam-probleem. Volgens de Marxist wordt de kennis verfijnd door wetenschap en praktijk; het universum is oneindig en alles wat er ooit zal bestaan; materie is eeuwig en is de hoogste substantie; leven is een product van deze niet-levende materie, en het verstand (het menselijke denken) is een weerspiegeling van deze materiële werkelijkheid. Maar de Marxistische filosofie omarmt een nog wijdere kijk op de wereld dan wat er in het algemeen bedoelt wordt met “filosofie”. In werkelijkheid is het dialektisch materialisme een volledige methode om de wereld te beschouwen – het kleurt de Marxistische perceptie van alle zaken, van ethiek tot geschiedenis.
De Marxistische filosofie als een wereldbeeld moet begrepen worden door ieder die beweert achter het Marxistische streven te staan. “Niemand kan een volledig bewust, overtuigd communist worden zonder de Marxistische filosofie te bestuderen. Dit is wat Lenin onderwees.”10 Waarom? Omdat volgens het Marxisme de dialektiek elk optredend proces en elke optredende verandering kan verklaren. De Marxistische filosofie is een procesfilosofie. Dit proces wordt niet alleen geschreven binnen de metafysische opmaak van onze materie, maar ook in de evolutie van de mensheid en de evoluerende sociale en historische context van ons bestaan. Dit materialistische geloof beïnvloedt de Marxistische kijk op de geschiedenis, omdat Marxisten de bourgeoisie en het proletariaat als these en antithese beschouwen, die met elkaar botsen om een synthese te vormen. Deze botsing is in wezen een evolutionaire worsteling. Terwijl evolutionisten geloven dat dieren bepaalde lichamelijke karakteristieken hebben geëvolueerd om beter te kunnen overleven, geloven Marxisten dat hun filosofie van het dialektisch materialisme is geëvolueerd om in de behoeften van het proletariaat te voorzien.
Elke goed ingelichte Marxist erkent dit en is bereid om te handelen naar dit dialektisch materialisme. Hoewel een groot aantal filosofieën vooral theoretisch is, legt het Marxisme zich toe op theorie en praktijk. Dialektisch materialisme is een levensbeschouwing en een filosofie van evolutie en revolutie; de oproep tot actie is een impliciet onderdeel van de opmaak van deze filosofie. Elke goede Marxist begrijpt deze filosofie en is bereid om tot actie over te gaan, omdat Marx zelf dit vereiste: “De filosofieën hebben de wereld slechts geïnterpreteerd, op verschillende manieren; maar waar het om gaat is de wereld veranderen.”11
Helaas (vanuit Marxistisch oogpunt) zijn dergelijke veranderingen slechts overgangen, omdat elke nieuwe synthese (inclusief de lang geanticipeerde communistische klassenloze samenleving) onvermijdelijk zelf een nieuwe these wordt in het nooit eindigende proces van het dialektisch materialisme. Zelfs de zegevierende dictatuur van het proletariaat zal slechts een kort ogenblik zijn in de evolutionaire geschiedenis. De communistische dialektiek verordent dat het communisme zelf een overgang is. De synthese van het communisme van vandaag zal morgen de nieuwe these worden, en nieuwe worstelingen zullen evolueren volgens de wetten van het dialektisch materialisme.
Met toestemming gebruikt. Uit het boekUnderstanding the Times: The Collision of Today's Competing Worldviews(2e editie), David Noebel, Summit Press, 2006. Met dank aan John Stonestreet, David Noebel en het Christian Worldview Ministry van Summit Ministries. Alle rechten voorbehouden in het origineel.
Voetnoten:
1 V.I. Lenin, The Teachings of Karl Marx (New York, NY: International Publishers, 1976), 14.
2 Idem, 15.
3 Joseph Stalin, Dialectical and Historical Materialism (New York, NY: International Publishers, 1977), 15.
4 V.I. Lenin, Materialism and Empirio-Criticism (New York, NY: International Publishers, 1927), 21.
5 Idem, 145.
6 Idem, 252.
7 Idem, 81.
8 Idem, 102.
9 Maurice Cornforth, The Open Philosophy and the Open Society (New York, NY: International Publishers, 1968), 82.
10 F.V. Konstantinov, ed., The Fundamentals of Marxist-Leninist Philosophy (Moskou, Sovject-Unie: Progress Publishers, 1982), 78.
11 Karl Marx, Collected Works, 40 delen (New York, NY: International Publishers, 1976), 5:8.
Copyright © 2002-2021 AllAboutWorldview.org, Alle rechten voorbehouden